SYNOPSIS

"Treed nu binnen in de wereld van verbeelding", zingen bosgeest annex ceremoniemeester Puck en de spelersgroep in het eerste lied dat als proloog dient. Vervolgens ontrollen zich de verschillende verhalen, die aanvankelijk nog door elkaar heen lopen, maar aan het slot vernuftig bijeen worden gebracht.
Het kaderverhaal behelst de bruiloft van hertog Theseus en zijn geliefde Hippolyta. De feestelijkheden zijn nog maar net aangekondigd, of aan het hof verschijnt een klagende Egina, samen met haar dochter Hermia en de jongemannen Demetrius en Lysander.

En dan wordt het even opletten. Hermia moet van Egina trouwen met de ideale kandidaat, namelijk Demetrius. Die wil wel, heel graag zelfs, maar Hermia is verliefd op Lysander, en dat is volstrekt niet de bedoeling van moeder. Bovendien is Hermia's hartsvriendin Helena weer smoorverliefd op Demetrius. Wat nu? Theseus mag het zeggen. Hij geeft Hermia vier dagen de tijd om haar opties te overwegen: ze trouwt met Demetrius of ze gaat het klooster in en dan is het afgelopen met de jongemannen. Hermia en Lysander besluiten te vluchten naar een plek buiten de stad, om daar in het huwelijk te treden. Dit delen zij mee aan Helena, die het plan meteen doorvertelt aan Demetrius, in de verwachting dat hij Hermia achtervolgt. Zij, verblind door de liefde, zal op haar beurt Demetrius achtervolgen, zodat ze in elk geval dicht bij hem kan zijn.


Ezelskop
Uiteindelijk komen ze allemaal in het bos terecht. En daar treffen we ook geheel andere figuren: een groep elfen onder aanvoering van elfenkoning Oberon en zijn koningin Titania. Die twee hebben fikse, zeg maar knallende ruzie, met als inzet een Indiaas jongetje dat door Titania wordt gekoesterd als een schat. Oberon wil het
kind hebben, maar dat gaat hem niet lukken, dus zint hij op wraak. Hij draagt zijn trouwe knecht Puck op om een bepaalde toverbloem te plukken. Het sap van die bloem wordt door Oberon in de ogen van de slapende Titania gedruppeld. De magische kracht zorgt ervoor dat ze bij het ontwaken verliefd wordt op het eerste levende wezen dat ze ziet.

Dat blijkt dus een ezel te zijn. Nou ja, eigenlijk is het gewoon Spoel, een niet zo snuggere vent die onderdeel uitmaakt van een groepje arbeiders dat naar het bos is gekomen om een toneelstukje te repeteren voor het huwelijksfeest van Theseus en Hippolyta. Deze Spoel verdwijnt tijdens de actie even achter het struikgewas en daar zet Puck snel een ezelskop op zijn hoofd. Zijn maten schrikken zich wezenloos als ze hem zien en rennen het bos uit. Spoel begint 'dapper' te zingen dat hij niet bang is. Zijn gezang wekt Titania, die meent dat zij heerlijkste schepsel op aarde heeft ontmoet. Zij neemt hem mee naar haar bloemengrot, tot groot plezier van Oberon.

Verwarring
Ondertussen zijn de vier geliefden verdwaald in het donkere bos, waar de elfen alles in de gaten houden. Nu Oberon toch bezig is met toversap, kan hij net zo goed de door Demetrius wreed afgewezen Helena een handje helpen. Puck krijgt de opdracht wat sap in de ogen van die jongeman te drup-
pelen. Maar Puck verpest de boel, denkende dat Lysander degene is waar het om gaat. Als de in slaap gevallen Lysander wakker wordt gemaakt door Helena, is hij ogenblikkelijk verzot op haar en laat hij Hermia vallen als een baksteen. Oberon herstelt de fout, hij druppelt alsnog het sap in de ogen van Demetrius. Zo heeft Helena plotseling twee, fel concurrerende, minnaars. Kortom: de verwarring is compleet.
Puck mag alles weer goed maken en ervoor zorgen dat iedereen de juiste partner krijgt. Oberon slaagt erin de Indiase jongen aan zijn koningin te ontfutselen. Haar ogen worden verlost van de zinsbegoocheling en zij walgt nu van de ezel naast haar in bed. Oberon en Titania sluiten vrede en verdwijnen in de nacht, waarna ook Spoel wakker wordt. Zonder ezelskop, maar met een vreemd gevoel.

In het laatste bedrijf is het feest in het paleis, met maar liefst drie getrouwde stellen. De stuntelende arbeiders spelen hun komische tra-
gedie, die nogal neerbuigend wordt ontvangen. "Dit is het stomste stuk dat ik ooit gezien heb", verzucht Hippolyta. De arbeiders zijn echter dik tevreden met hun eigen prestaties en zingen als bonus nog een lied. Vervolgens zoeken de stervelingen hun slaapvertrekken op. Oberon, Titania en de elfen verschijnen, zij hebben nog een taak: de zegening van alle mensen in het paleis. Puck blijft alleen achter en vraagt het publiek om te applaudisseren voor het gebodene, ook al was het slechts een droom.